| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Afbakening Het speelveld moet een rechthoek zijn, afgebakend door duidelijke lijnen, welke 5 cm breed dienen te zijn. De lange lijnen heten zijlijnen, de korte lijnen heten doellijnen. Het speelveld wordt door een lijn, evenwijdig aan de doellijnen en even ver van beide doellijnen verwijderd, in twee gelijke helften gedeeld. Deze lijn heet middenlijn. Het middelpunt van het speelveld moet duidelijk zijn aangegeven; dit punt heet middelpunt en rondom dit punt moet een cirkel met een straal van 3 meter zijn getrokken.toelichting: Omtrent de kleur van de belijning zijn er geen voorschriften, daar deze afhankelijk is van de kleur van de vloer. De voorkeur gaat echter uit naar grijs/zwart of groen, eventueel geblokt. De voor zaalvoetbal voorts nog benodigde lijnen (strafschopgebiedlijnen) kunnen d.m.v. tape worden aangebracht.2. Het doelgebied Op elke helft van het speelveld wordt evenwijdig aan de doellijn, op een afstand van 6 meter voor het midden van het doel, een lijn getrokken van 3 meter lengte, die aan de uiteinden door kwartcirkels met de doellijn wordt verbonden. De aldus begrensde gebieden heten doelgebieden. 3. Het strafschopgebied Op elke helft van het speelveld wordt evenwijdig aan en op een afstand van 10 meter van de doellijn, een lijn getrokken, die beide zijlijnen verbindt. De aldus begrensde gebieden heten strafschopgebieden. Op elke helft van het speelveld wordt evenwijdig aan de doellijn, op een afstand van 7 meter voor het midden van het doel, een lijn getrokken van 1 meter lengte. Het midden van deze lijn is het strafschoppunt. 4. De vrije schoplijn (stippellijn) Op elke helft van het speelveld moet evenwijdig aan en op een afstand van 3 meter van de lijnen, die de voorste begrenzing vormen van de doelgebieden, een onderbroken lijn worden getrokken. Deze lijnen eindigen op de zijlijnen. Deze lijnen heten vrije schoplijnen ook wel stippellijn genoemd. 5. Het doel Op het midden van elke doellijn moet een doel worden geplaatst. De doelen zijn, aan de binnenkant van de palen gemeten, 3 meter breed en 2 meter hoog. De doelpalen zijn vast verbonden door een dwarslat. Doelpalen en doellat moeten een doorsnee hebben van 8 cm. De doelen moeten zijn voorzien van een net; de diepte van de doelen dient ten minste 1 meter te zijn; de achterzijden van de doelpalen moeten samenvallen met de buitenzijden van de doellijnen. toelichting: 6. Doelvlak 7. Materiaal | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De bal moet rond zijn en de buitenbekleding moet van leer of ander goedgekeurd materiaal zijn. Bij de samenstelling mag geen materiaal zijn verwerkt, dat gevaar oplevert voor de spelers. Er wordt gespeeld met een plofbal nr. 4, waarvan de omtrek minimaal 61 cm en maximaal 63 cm bedraagt. Tijdens de wedstrijd mag alleen met toestemming van de scheidsrechter een andere bal in het spel worden gebrachtOfficiële beslissingen 1. Indien de bal barst of leegloopt gedurende het spel, moet de wedstrijd worden gestopt. De wedstrijd wordt hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats, waar de bal defect raakte. 2. Indien dit echter gebeurt tijdens een oponthoud in de wedstrijd (b.v. bij het nemen van een beginschop, doelworp, hoekschop, vrije schop, of strafschop), wordt de wedstrijd met een andere bruikbare bal hervat, naar gelang dit zou hebben plaatsgevonden, indien de bal niet was stukgegaan. 3. De bal mag niet te hard worden opgepompt; deze moet lichtelijk ingedrukt kunnen worden. 4. Het gebruik van een suède bal is niet toegestaan. Een normale bal en/of semi plofbal is niet toegestaan.toelichting: 1. Het kennen van de omtrek van de bal is van belang bij beginschop, vrije schop, hoekschop, strafschop en intrap, daar de bal eerst in het spel is, nadat hij een weg heeft afgelegd gelijk aan zijn omtrek (ongeveer 63 cm). 2. De bal blijft eigendom van de vereniging, stichting of organisatie die hem ter beschikking heeft gesteld. Na afloop van de wedstrijd moet hij aan de scheidsrechter ter hand worden gesteld. 3. De scheidsrechter moet zich voor het begin van de wedstrijd en telkens voor het gebruik van een andere bal, overtuigen of de bal, waarmee gespeeld zal worden, aan de voorschriften voldoet. De bal mag noch te hard noch te zacht zijn, evenmin te groot of te klein. 4. Het is gewenst, dat een wedstrijd zoveel mogelijk met een en dezelfde bal wordt gespeeld; moet tijdelijk een andere bal worden gebruikt, b.v. omdat de oorspronkelijke bal niet spoedig in het spel kan worden gebracht, dan moet de eerste bal weer worden gebruikt, zodra de omstandigheden dit toelaten. Bij de scheidsrechter ligt de beoordeling of tijdelijk een reserve bal mag worden gebruikt of dat gewacht moet worden op de oorspronkelijke wedstrijdbal. 5. De scheidsrechter is de enige die heeft te beoordelen of de bal aan de gestelde eisen voldoet. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Een partij bestaat uit een team van maximaal 5 spelers en maximaal 3 wisselspelers. Een wedstrijd wordt gespeeld door twee teams, elk bestaande uit maximaal 5 spelers, van wie 1 de doelverdediger moet zijn. 2. Een wedstrijd moet aanvangen met ten minste 4 spelers per team, waaronder een doelverdediger. 3. Elke team moet onder leiding staan van een coach en/of lijnrechter, waarvan de coach niet gerechtigd is als speler aan de wedstrijd deel te nemen en in het bezit te zijn van een geldige spelerskaart, elk team dient zorg te dragen voor een lijnrechter. 4. Een speler mag op elk moment op de daarvoor aangegeven plaats gewisseld worden met een wisselspeler 5. De doelverdediger mag gedurende de hele wedstrijd vervangen worden, indien aan de voorwaarden is voldaan. De plaats waar de wissels worden uitgevoerd, is maximaal een meter links respectievelijk rechts van het midden van de zijlijn op de eigen speelhelft, tenzij overmacht dwingt de wissels van beide partijen op een andere plaats uit te voeren. 6. De doelverdediger mag gedurende de wedstrijd slechts eenmaal vrijwillig vervangen worden. Uitgezonderd bij straftijd of blessure van de doelverdediger. 7. De wisselspeler mag worden ingezet, zodra de te vervangen speler het speelveld heeft verlaten. 8. Een van de spelers van de partij moet als aanvoerder worden aangewezen en herkenbaar zijn aan het dragen van een band om de bovenarm, in kleur afwijkend van de kleur van het tenue. 9. Op de spelersbank mogen tijdens de wedstrijd plaats nemen, de coach, maximaal 3 wisselspelers en een verzorger. De coach dient steeds zodanig zijn plaats op deze bank in te nemen, dat hij aan de zijde van de tijdswaarnemer is gezeten, met uitzondering van de periode dat er gestrafte spelers op de bank plaats nemen, welke de plaats in dienen te nemen tussen de coach en tijdwaarnemer. 10. Een verzorger dient steeds herkenbaar te zijn aan het materiaal dat deze met zich brengt om deze taak te kunnen uitvoeren.Straf Gedurende de tijd, dat de bal in het spel is, wordt foutief wisselen van een speler bestraft met een vrije schop op de plaats, waar moet worden gewisseld. Bij herhaling van foutief wisselen door dezelfde partij moet de betrokken wisselspeler bovendien worden bestraft met 2 minuten straftijd.Officiële beslissingen 1. Een vervangen doelverdediger mag als wisselspeler aan de wedstrijd deelnemen. 2. Wanneer tijdens de wedstrijd het aantal spelers per team definitief daalt tot minder dan 4 dan moet de wedstrijd worden gestaakt. Daalt het aantal spelers tijdelijk tot minder dan 4 omdat 1 of meer spelers gelijktijdig tijdstraf hebben, dan wordt normaal doorgespeeld, tenzij de scheidsrechter om andere redenen termen aanwezig acht, de wedstrijd definitief te staken. 3. Een door zijn aanvoerder uit het speelveld gestuurde speler is voor de rest van de wedstrijd uitgesloten, maar mag vervangen worden door een wisselspeler. 4. Bij het herhalen van foutief wisselen wordt steeds die speler bestraft, die op het moment van overtreding het speelveld betreedt. 5. Gewonde spelers, waarvoor door de scheidsrechter de wedstrijd is onderbroken, mogen op elke plaats het speelveld verlaten. 6. Op de bank voor de spelers mogen behalve de wisselspelers, de coach, eventueel gestrafte spelers en een verzorger, geen andere personen plaatsnemen. 7. De wisselspelers, gestrafte spelers en de coach op de bank naast secretaris/tijdwaarnemer mogen, evenals de spelers in het speelveld, zonder kennisgeving aan de secretaris/tijdwaarnemer de zaal niet verlaten. 8. Het verlaten van de zaal, zonder kennisgeving aan de secretaris/tijdwaarnemer, moet worden bestraft met uitsluiting van verdere deelname aan de wedstrijd 9. De secretaris/tijdwaarnemer ziet er op toe dat de vervangende doelman de juiste kleding draagt voor hij het speelveld betreedt. Met de juiste kleding wordt bedoeld tekst van het artikel 4, toelichting lid 2. Het wisselen of vervangen van de doelman mag geschieden op een moment dat het spel dood is, of tijdens een spelonderbreking, doch uitsluitend nadat de secretaris/tijdwaarnemer deze wissel middels een fluitsignaal aan de scheidsrechter kenbaar heeft gemaakt. 10. De doelverdediger mag na het berstrijken van zijn straftijd weer aan de wedstrijd deelnemen. Voor deze wissel wordt opnieuw een dood moment of spelonderbreking afgewacht. De secretaris/tijdwaarnemer ziet hier op toe en informeert de scheidsrechter van de wissel of vervanging, door middel van een fluitsignaal, zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de straftijd. 11. Indien bij aanvang van een wedstrijd met minder dan het maximum aantal toegestane spelers is begonnen, is aanvulling van de partij tot het maximum toegestane aantal spelers toegestaan tot het einde van de wedstrijd, waarbij inbegrepen een eventuele verlenging. 12. Van deze aanvulling moet mededeling worden gedaan aan de secretaris/tijdwaarnemer. 13. Indien een speler die een tijdstraf uitzit zich zodanig misdraagt, dat definitieve verwijdering het gevolg is, dan mag deze speler niet meet deelnemen aan de wedstrijd. Zijn team mag weer worden aangevuld nadat de oorspronkelijk toegemeten straftijd, vermeerderd met de extra straftijd van 5 minuten verstreken is. 14. Indien een coach of verzorger zich tijdens een wedstrijd misdraagt of zich met de leiding van de wedstrijd bemoeit, kan de scheidsrechter hem voor de rest van deze wedstrijd van de spelersbank verwijderen. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gebruikelijke uitrusting van de spelers bestaat uit broek, shirt, kousen en schoeisel. Dit schoeisel moet zijn goedgekeurd voor het spelen in sportzalen. De doelverdediger moet kleding dragen, die hem onderscheidt van de overige spelers en de scheidsrechter. Een speler mag niets dragen, dat naar het oordeel van de scheidsrechter gevaar oplevert voor andere spelers.Straf Voor elke overtreding van deze regel moet de schuldige speler van het speelveld worden gezonden om zijn uitrusting in orde te brengen. Hij mag niet vervangen worden en niet in het speelveld terugkeren, alvorens zich bij de scheidsrechter te hebben gemeld, die zich ervan moet overtuigen, dat de uitrusting van de speler in orde is. De speler mag slechts in het speelveld komen op een ogenblik, dat de bal niet in het spel is.Officiële beslissingen 1. De aanvoerder van een partij moet kenbaar zijn aan het dragen van een band om de bovenarm, in kleur afwijkend van de kleur van het tenue. 2. De spelers die aan een wedstrijd deelnemen, zijn verplicht het tenue te dragen van de club waarvoor zij spelen. 3. Indien twee partijen een wedstrijd tegen elkaar spelen, waarvan de kleuren van de tenues, naar het oordeel van de scheidsrechter te weinig verschillen, dan moet de in het programma eerstgenoemde partij een tenue in een andere kleur dragen, voldoende afwijkend van dat van de tegenpartij. 4. Indien de scheidsrechter van oordeel is dat een speler iets bij zich draagt, dat letsel aan een andere speler kan veroorzaken, moet hij hem opdracht geven dat te verwijderen. Wanneer de speler weigert om deze opdracht op te volgen, dan mag hij niet langer aan de wedstrijd deelnemen en mag hij ook niet vervangen worden. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elke wedstrijd wordt geleid door een scheidsrechter. Hij wordt hierbij geassisteerd door een secretaris/tijdwaarnemer en twee doel – /grensrechters. Zijn rechtsbevoegdheid en de macht, hem toegekend door de spelregels, nemen een aanvang zodra hij het speelveld betreedt, en eindigen als de partijen die onder zijn leiding hebben gespeeld, de zaal hebben verlaten. Zijn macht tot straffen strekt zich ook uit tot overtredingen, begaan tijdens onderbrekingen van de wedstrijd of wanneer de bal uit het spel is. Zijn uitspraak ter zake van spelaangelegenheden is beslissend voor wat betreft het resultaat van de wedstrijd. De taak van de scheidsrechter a) Bij het begin van de wedstrijd (eerste en tweede helft); 9. Hij heeft de volgende machtsmiddelen: a) Het geven van vrije schoppen; 10. De scheidsrechter heeft het recht een doel -/grensrechter te corrigeren en hem zonodig van zijn taak te ontheffen; hij heeft dan verder het recht zelf een andere doel -/grensrechter aan te stellen. Officiële beslissingen toelichting: Advies aan de scheidsrechter De taak van de scheidsrechter/tijdwaarnemer Officiële beslissing toelichting: A. Voor een speler, die reeds een tijdstraf heeft, een extra tijdstraf of definitieve verwijdering; De taak van de doel/grensrechter Het seinmiddel voor de doel -/grensrechter is de arm: a) Een doelpunt geeft hij aan door met de arm naar het midden van het speelveld te wijzen; | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De speeltijd wordt vastgesteld door de organiserende instantie. 1. De speeltijd gaat in bij het fluitsignaal van de scheidsrechter. 2. Het einde van de eerste speelhelft en het einde van de wedstrijd geeft de secretaris/tijdwaarnemer aan d.m.v. een duidelijk hoorbaar signaal. 3. Bij andere dan uit spelregels voortvloeiende onderbrekingen, wordt de speeltijd stilgezet. Beslissing hierover berust bij de scheidsrechter, die dit kenbaar maakt aan de secretaris/tijdwaarnemer. 4. De speelhelften worden zonodig verlengd voor het nemen van een strafschop.Officiele beslissingen 1. De secretaris/tijdwaarnemer dient te allen tijde het einde van de speelhelft middels een hoorbaar signaal kenbaar te maken, ongeacht het feit of deze speelhelft moet worden verlengd voor het nemen van een strafschop. 2. Het gebruik maken van een elektronische klok in de zaal is alleen toegestaan indien de secretaris/tijdwaarnemer deze zelf bedient of rechtstreeks invloed kan uitoefenen op de bediening hiervan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de veldspelers De bal mag door de veldspelers op elke wijze gespeeld worden. Verder mag de speelwijze geen gevaar opleveren voor de tegenstander. Het opzettelijk spelen van de bal met de armen enz. blijft gelijk aan hetgeen in de spelregels zaalvoetbal wordt beschreven.Door de doelverdediger Voor de doelverdediger geldt hetzelfde als voor de veldspelers (zie boven), met dien verstande dat hij, nadat de bal de doellijn is gepasseerd, deze opnieuw in het spel brengt middels een doelworp, met 1 of 2 handen (zie artikel 13 de doelworp). Het vanuit de handen wegtrappen van de bal is niet toegestaan.Nadat de doelverdediger zijn doelworp heeft voltooid, mag hij de bal niet meer met zijn handen beroeren (dus ook niet meer binnen zijn doelgebied), tenzij een tegenstander de bal het laatst heeft geraakt en/of er sprake is van een doelpoging, waarbij hij de bal afweert en deze binnen zijn eigen doelgebied blijft. Medespelers mogen vanuit elk punt binnen het speelveld op hem terugspelen. Hierbij mag hij, de bal uitsluitend met zijn voeten beroeren. Het terugkoppen wordt ook als terugspelen beschouwd en als zodanig bestraft. Straf Officiële beslissingen toelichting: a) Het opvangen en daardoor aan het spel ontrekken van de bal (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen doelgebied); 3. Wanneer een speler vreest een van dichtbij hard geschoten bal tegen het gezicht te krijgen en geen gelegenheid heeft deze te ontwijken, maakt hij meestal een afwerende beweging met hand of armen, hetgeen als een onwillekeurige beweging is te beschouwen. In een dergelijk geval moet de scheidsrechter niet straffen wanneer de bal zijn hand of arm zou treffen. Voorbeelden van dergelijk onbehoorlijk gedrag zijn: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Het eerste in het programma genoemde team neemt de beginschop. 2. Nadat de scheidsrechter daartoe een fluitsignaal heeft gegeven, begint de wedstrijd doordat een speler de op het middelpunt van het speelveld liggende bal trapt in de speelhelft van de tegenstander of eigen speelhelft. Iedere speler moet op zijn eigen speelhelft staan en iedere tegenstander van de nemer van de beginschop moet op een afstand van ten minste 3 meter van de bal blijven, totdat de beginschop genomen is; de bal wordt geacht in het spel te zijn, als deze zich heeft verplaatst over een afstand van plus minus 65 cm. De beginschop dient binnen 3 seconden na het fluitsignaal te worden genomen. De nemer van de beginschop mag de bal niet voor de tweede maal spelen, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt. 3. Na het behalen van een doelpunt wordt de wedstrijd hervat met een beginschop door een speler van het team, waartegen het doelpunt is behaald. 4. Na de eerste speelhelft wordt van doel verwisseld en wordt de beginschop genomen door het andere team dan dat, hetwelk zulks deed bij de aanvang van de wedstrijd.Straf Voor een overtreding van deze regel moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop.Officiele beslissing De beginschop mag door niemand anders genomen worden dan door een speler die deelneemt aan de wedstrijd. Uit de beginschop kan niet rechtstreeks worden gedoelpunt. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De bal is uit het spel: a) Indien dit geheel en al over de doellijn of zijlijn is gegaan b) Indien deze het plafond boven het speelveld heeft geraakt c) Indien de wedstrijd door de scheidsrechter is onderbroken. d) Indien de wedstrijd door de secretaris/tijdwaarnemer is onderbroken;Op elk ander ogenblik van de wedstrijd is de bal in het spel, dus ook: a) Indien deze van een doelpaal of doellat in het speelveld terugspringt b) Indien deze terugspringt van de scheidsrechter of een doel -/ grensrechter, indien zij zich in het speelveld bevinden; c) Ingeval van veronderstelde overtreding van de spelregels, totdat de wedstrijd door de scheidsrechter is onderbroken.Officiële beslissingen 1. Komt de bal voordat deze geheel en al de zijlijn is gepasseerd, tegen een nog buiten het speelveld staande wisselspeler, dan moet de scheidsrechter de wedstrijd onderbreken en hervatten met een scheidsrechtersbal. 2. Indien in een zaal ter ondersteuning van het dak spanten zijn aangebracht en deze bevinden zich eveneens boven het speelveld dan wordt, indien de bal deze spanten raakt, geacht dat de bal tegen het plafond is gekomen. De wedstrijd wordt hervat met een vrije schop, te nemen door de tegenstander op de plaats, waar de bal het laatst gespeeld c.q. aangeraakt werd. 3. Komt de bal tegen een toeschouwer, die zich binnen het speelveld bevindt, dan moet de scheidsrechter de wedstrijd onderbreken en hervatten met een scheidsrechtersbal. 4. Om de wedstrijd zo snel mogelijk te hervatten moet de speler c.q. het team, dat de wedstrijd moet hervatten, trachten de bal zo snel mogelijk in zijn bezit te krijgen. Indien dit naar het oordeel van de scheidsrechter wordt nagelaten, wordt de speler c.q. het team bestraft met een vrije schop wegens onbehoorlijk gedrag. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Een doelpunt is behaald, zodra een volgens de regels gespeelde bal de doellijn van het doelvlak volledig is gepasseerd. 2. Winnaar is de partij, die de meeste doelpunten heeft behaald. Indien geen doelpunt of door iedere partij een gelijk aantal doelpunten is behaald, eindigt de wedstrijd in een gelijk spel.Officiële beslissingen 1.Mocht een speler de bal vanuit een vrije schop rechtstreeks in zijn eigen doel plaatsen, dan mag de scheidsrechter geen doelpunt toekennen, maar moet hij de wedstrijd laten hervatten met een hoekschop.toelichting: 1. Voor zover de regels niet anders bepalen, is een geldig doelpunt behaald, zodra de bal geheel en al door het doelvlak is gegaan, mits hij niet door een speler van het aanvallende team is geworpen of gedragen, of opzettelijk met de hand of de arm is geslagen en er geen andere overtreding aan vooraf is gegaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Wanneer de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan, moet een tegenstander van degene die de bal het laatst heeft aangeraakt de bal intrappen op het punt van de zijlijn, waar de bal deze lijn is gepasseerd. De bal dient hierbij op of tegen de zijlijn te liggen. 2. De speler, die de bal intrapt, moet op het moment, dat hij de bal intrapt, met beide voeten achter de zijlijn staan. 3. Op het punt waar de bal wordt ingetrapt, moeten de tegenstanders tenminste 3 meter afstand in acht nemen. 4. De bal moet, mits voldaan is aan het onder punt 3 genoemde, binnen 3 seconden in het spel zijn gebracht. 5. De intrapper mag de bal niet opnieuw aanraken, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt. 6. Uit een intrap kan niet rechtstreeks een doelpunt worden behaald.Straf 1. Indien de bal niet op de juiste wijze is ingetrapt, moet de bal door een tegenstander worden ingetrapt. 2. Wordt de bal niet binnen 3 seconden ingetrapt, dan hervat een tegenstander de wedstrijd met een vrije schop op de zijlijn op de plaats waar de overtreding werd begaan. 3. Belemmert een speler opzettelijk de loop van de wedstrijd door niet de juiste afstand in acht te nemen, dan wordt hij bestraft met 2 minuten straftijd. De wedstrijd wordt hervat met een vrije schop, te nemen door een tegenstander. 4. Indien de speler die de bal intrapt, de bal opnieuw aanraakt, voordat deze is aangeraakt of gespeeld door een ander speler, moet een vrije schop worden genomen door een tegenstander.Officiële beslissingen 1. Om de wedstrijd zo snel mogelijk te hervatten, moet de speler c.q. het team dat moet intrappen trachten de bal snel in zijn bezit te krijgen. Indien dit naar het oordeel van de scheidsrechter wordt nagelaten, wordt het betrokken team bestraft met een vrije schop wegens talmen, op de plaats waar de bal moest worden ingetrapt. 2. Indien de bal bij een intrap rechtstreeks in eigen doel gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een hoekschop. 3. Indien de bal bij een intrap rechtstreeks in het doel van de tegenstander gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een doelworp. 4. Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de zijlijn passeerde, moet de scheidsrechter de intrap toekennen aan het team, op wiens speelhelft de bal de zijlijn heeft gepasseerd. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Wanneer de bal geheel en al de doellijn is gepasseerd, met uitzondering van het doelvlak en het laatst is aangeraakt door een speler van het verdedigende team, moet een speler van het aanvallende team een hoekschop nemen. 2. Een hoekschop wordt genomen door de bal neer te leggen op het snijpunt van de doellijn en zijlijn, het meest nabij de plaats waar de bal over de doellijn is gegaan, en van daar uit deze te trappen. 3. Bij het nemen van een hoekschop moeten de tegenstanders tenminste 3 meter van het hoekschoppunt blijven, totdat de hoekschop is genomen. 4. De hoekschop moet, mist voldaan is aan het gestelde onder punt 3, binnen 3 seconden nadat de bal is neergelegd, worden genomen. 5. De hoekschopnemer mag de bal niet voor de tweede maal spelen, voordat een andere speler de bal heeft gespeeld of aangeraakt. 6. Uit een hoekschop kan niet rechtstreeks worden gedoelpunt.Straf Voor een overtreding van deze regel moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop, te nemen op vrije schoplijn, waar deze de zijlijn raakt.Officiële beslissingen 1. Mocht de bal, nadat hij door de nemer op de juiste plaats is gelegd, zich nog verplaatsen zonder toedoen van een van de spelers, dan wordt de bal geacht stil te liggen en kan de hoekschop worden genomen. 2. Om de wedstrijd zo snel mogelijk te hervatten moet de speler c.q. het team dat de hoekschop moet nemen, trachten de bal zo snel mogelijk in bezit te krijgen. Indien dit, naar het oordeel van de scheidsrechter, wordt nagelaten, wordt dit team wegens talmen bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn. 3. Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de doellijn passeerde, moet de scheidsrechter de wedstrijd laten hervatten door middel van een doelworp. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, behalve wanneer een doelpunt is behaald, moet de bal, indien deze het laatst is aangeraakt door een speler van het aanvallende team, door de doelverdediger rechtstreeks buiten het doelgebied in het spel worden gebracht. 2. De doelverdediger moet hierbij, staande binnen zijn doelgebied, de bal met een of twee handen werpend in het spel brengen; hierbij mag de bal de middenlijn overschrijden. 3. De doelverdediger mag na het nemen van de doelworp, binnen zijn doelgebied, de bal niet opnieuw in zijn hand(en) nemen (Zie artikel 7; “Door de doelverdediger”), tenzij een tegenstander de bal het laatst heeft geraakt en/of er sprake is van een doelpoging, waarbij hij de bal afweert en deze binnen zijn eigen doelgebied blijft. 4. De tegenstanders van de doelverdediger, die de doelworp moet nemen, dienen bij het nemen daarvan zorg te dragen zich buiten het doelgebied te bevinden. 5. Nadat de doelverdediger de bal in zijn bezit heeft gekregen en in zijn doelgebied is teruggekeerd, moet de doelworp binnen 3 seconde genomen worden, mits voldaan is aan het gestelde onder punt 4Straf Voor een overtreding van deze regel moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn, of een strafschop (of volgens de sanctie van spelbederf)Officiële beslissing Om de wedstrijd zo spoedig mogelijk te hervatten moet de doelverdediger trachten de bal snel in zijn bezit te krijgen. Indien dit, naar het oordeel van de scheidsrechter, wordt nagelaten, wordt zijn team wegens talmen gestraft met een vrije schop, te nemen door de tegenstander op de vrije schoplijn midden voor het doel. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Een vrije schop moet worden genomen op de plaats van overtreding. Wordt echter een vrije schop toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schoplijn dan moet deze genomen worden vanaf een punt op de vrije schoplijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van overtreding. 2. Bij het nemen van een vrije schop moeten de tegenstanders een afstand van tenminste 3 meter van de bal in acht nemen. De bal is in het spel, zodra deze een afstand van plus minus 65 cm heeft afgelegd. 3. De vrije schop moet, mits voldaan is aan het gestelde onder punt 2, binnen 3 seconden worden genomen. 4. De bal behoeft niet stil te liggen, wanneer de vrije schop wordt genomen. 5. De nemer mag de bal niet voor de tweede maal spelen, alvorens de bal is gespeeld of aangeraakt door een andere speler. 6. De vrije schop dient indirect plaats te vinden.Straf Voor een overtreding van deze regel moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop.Officiële beslissing Indien een tegenstander tracht de wedstrijd te beïnvloeden door opzettelijk te talmen bij het in acht nemen van de voorgeschreven afstand, dan moet hij worden bestraft met 2 minuten straftijd. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. De strafschop moet worden genomen vanaf het strafschoppunt. De bal moet stilliggen. 2. Wanneer een strafschop wordt genomen, moeten alle spelers, met uitzondering van de speler die de strafschop neemt en de doelverdediger van de tegenstander, zich binnen het speelveld, maar achter de strafschopgebiedlijn bevinden. 3. De doelverdediger moet, tot de bal is gespeeld, op de doellijn tussen de doelpalen blijven staan, zonder daarbij zijn voeten te verplaatsen. 4. De speler die de strafschop neemt, moet zijn aanloop nemen binnen de vrije schoplijn. (stippellijn) 5. De speler die de strafschop neemt, moet de bal naar voren trappen en mag de bal niet opnieuw aanraken, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt. 6. Na het fluitsignaal van de scheidsrechter voor het nemen van de strafschop moet de strafschopnemer deze binnen 3 seconden nemen. 7. De bal is in het spel zodra deze afstand van één omwenteling heeft afgelegd 8. Uit een strafschop kan rechtstreeks worden gedoelpunt. 9. Zonodig word de speeltijd na de eerste of tweede speelhelft verlengd voor het nemen van een strafschop.Straf Voor een overtreding van deze regel: a) Door het verdedigende team moet de strafschop worden overgenomen, indien hieruit geen doelpunt is ontstaan. b) Door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop, dient de strafschop te worden overgenomen, indien hieruit een doelpunt is ontstaan. c) Door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop,dient aan de tegenstander een vrije schop te worden toegekend op de plaats van overschrijding van de strafschopgebiedlijn, indien hieruit geen doelpunt is ontstaan. d) Door de strafschopnemer, moet aan de tegenstander een vrije schop worden toegekend, te nemen op de vrije schoplijn. (stippellijn) e) Door beide teams gelijktijdig, moet de strafschop worden overgenomen.Officiële beslissingen 1. De scheidsrechter mag het teken voor het nemen van de strafschop niet geven, voordat alle spelers hun juiste plaats hebben ingenomen. 2. Wanneer een wedstrijd wordt verlengd voor het nemen van een strafschop, eindigt de wedstrijd zodra de strafschop reglementair is uitgewerkt, d.w.z.: a) De bal gaat rechtstreeks in het doel; een doelpunt is dan behaald en de wedstrijd eindigt op het ogenblik, dat de bal geheel en al het doelvlak is gepasseerd; 3. Elke speler, die handelingen pleegt met het oogmerk een goede uitvoering van de strafschop te beïnvloeden, dient bestraft te worden met 2 minuten straftijd. toelichting: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Na elke tijdelijke onderbreking van de wedstrijd door de scheidsrechter om een andere reden dan elders in deze regels genoemd, moet de scheidsrechter, mits de bal op het moment van onderbreken nog in het spel was, de wedstrijd laten hervatten met een scheidsrechtersbal. 2. Hij doet dit door de bal te laten vallen tussen twee spelers (van elk team een) op de plaats, waar de bal zich bevond op het moment dat de wedstrijd werd onderbroken. Alle overige spelers moeten een afstand in acht nemen van ten minste 3 meter. Wordt een scheidsrechtersbal toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schoplijn dan moet deze genomen worden op het punt van de vrije schoplijn (stippellijn) zo dicht mogelijk bij de plaats, waar de bal zich bevond op het moment dat de wedstrijd werd onderbroken. 3. Een speler mag de bal niet aanraken, voordat deze de grond heeft geraakt. 4. De bal is in het spel, zodra deze de grond heeft geraakt.Straf Voor een overtreding van deze regel moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop.Officiële beslissingen 1. Indien de bal over de doel – of zijlijn gaat, nadat de scheidsrechter hem heeft laten vallen, maar voordat hij door een speler is aangeraakt, dan moet de scheidsrechtersbal worden overgenomen. 2. Indien een speler bij het laten vallen van de bal door de scheidsrechter een overtreding begaat, voordat de bal de grond heeft geraakt, moet de betrokken speler worden bestraft overeenkomstig de bij deze overtreding behorende straf. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vrije schop/strafschop Een vrije schop moet worden toegekend, indien een speler, terwijl de bal in het spel is, opzettelijk een van de hieronder genoemde overtredingen begaat:1. Een tegenstander trapt of poogt te trappen. 2. Een tegenstander doet vallen, waaronder is te verstaan het laten vallen of pogen te laten vallen met behulp van de benen of door voor of achter hem te bukken. 3. Door een sliding de bal voor de voeten van een tegenstander weg speelt of poogt weg te spelen. 4. Op of naar een tegenstander, al of niet in het bezit van de bal, springt. 5. Een tegenstander op ruwe of gevaarlijke wijze aanvalt. 6. Een tegenstander slaat of poogt te slaan. 7. Een tegenstander vasthoudt of hem duwt met de hand of arm. 8. De bal met de hand of arm speelt (dit slaat niet of de doelverdediger, wanneer de bal zich binnen zijn eigen doelgebied bevindt, tenzij het een terugspeelbal betreft).Begaat een speler een van bovenvermelde overtredingen binnen zijn eigen strafschopgebied, dan moet hij worden bestraft met een strafschop. De strafschop kan worden toegekend onafhankelijk van de plaats, waar de bal zich bevindt, mits deze in het spel is op het ogenblik, dit de overtreding binnen het strafschopgebied plaatsvond. Bovendien wordt een speler bestraft met een vrije schop, als hij zich schuldig maakt aan een van de volgende overtredingen: 1. Opzettelijk lichamelijk contact veroorzaakt. Tijdstraf 1. Het uitvoeren van een sliding (als bedoeld in deze regel onder toelichting 6) Definitief verwijderen 1. Een gewelddadige handeling of ernstig gemeen spel Officiële beslissingen toelichting: a) Met de voet ter hoogte van het hoofd trachten de bal op zodanige wijze te spelen, dat een tegenstander hierdoor gevaar loopt; 6. Onder een sliding wordt verstaan: a) het met de voet(en) over de speelvloer glijdend de bal voor de voeten van een tegenstander wegspelen of trachten weg te spelen. 7. Tijdstraffen welke zijn opgelegd gedurende de wedstrijd, vervallen bij het eindsignaal van de wedstrijd, derhalve zijn alle spelers verplicht deel te nemen aan het nemen van de strafschoppen. Tot de wedstrijd behoort een eventuele verlenging. |